Arthur Seyss-Inquart
De jurist Arthur Seyss-Inquart is tijdens de bezetting rijkscommissaris van Nederland, officieel ‘Reichskommisar für die besetzten niederländischen Gebiete’. In deze functie is hij hoofd van het bezettingsbestuur en heeft hij het bestuurlijk gezag over Nederland.
Onder hem vallen vier Generalkommissare, onder wie Friedrich Wimmer Friedrich Wimmer (bestuur en justitie) en Hanns Albin Rauter (veiligheid). Als rijkscommissaris legt hij rechtstreeks verantwoording af aan Adolf Hitler Adolf Hitler.
Werken in Apeldoorn, wonen in Beekbergen
Seyss-Inquart is goed bevriend met zijn plaatsvervanger Wimmer, die hij vanuit Oostenrijk kent. Ze werken samen aan de Loolaan 54 en wonen allebei op het Spelderholt in Beekbergen. De verhoudingen binnen het bezettingsbestuur zijn natuurlijk niet altijd ‘pais en vree’: Seyss-Inquart krijgt het eind 1942, begin 1943 flink aan de stok met Rauter over de rol van Anton Mussert Anton Mussert in bezet Nederland.
Geboren als Artur Zajtich
Seyss-Inquart is als Artur Zajtich geboren in een groot gezin in voormalig Oostenrijk-Hongarije. Zijn vader Emil verandert de van oorsprong Tsjechische familienaam in het meer Duits klinkende Seyss-Inquart. Voordat Seyss-Inquart in Nederland arriveert, speelt hij in 1938 een grote rol in de Duitse annexatie van Oostenrijk en is hij korte tijd plaatsvervangend leider in Polen. In Nederland probeert hij het Nederlandse volk voor het nationaalsocialisme te winnen en tot samenwerking te bewegen. Dit blijkt moeilijker dan hij dacht, zoals duidelijk wordt tijdens de Februaristaking Februaristaking in 1941.
Onder zijn relatief vriendelijk en rustig voorkomen schuilt een ijskoude oorlogscrimineel, die verantwoordelijk is voor het steeds hardvochtiger Duitse bezettingsbeleid. Hitler omschrijft hem als een gladde man, charmant, met toch een dikke huid.
Veelvuldig onderwerp van spot
Seyss-Inquart is vaak het onderwerp van spot, waarbij zijn opmerkelijke naam en manke been, opgelopen door een val van een berg in Tirol, terugkerende thema’s zijn. De naoorlogse spotprenten in de bunker passen volledig bij de wijze waarop hij door het Nederlandse volk gezien en benaderd wordt.
Over zijn tijd in Apeldoorn is weinig bekend, al zien Apeldoorners hem wel dagelijks heen en weer rijden tussen Spelderholt en de villa op de Loolaan.
“Ich glaube an Deutschland”
Seyss-Inquart staat na de oorlog tijdens de processen in Neurenberg terecht als één van 22 grote oorlogsmisdadigers. Tijdens zijn proces wordt zijn IQ getest, en met een IQ van 141 blijkt hij zeer intelligent. Vanwege zijn verantwoordelijkheid voor de deportatie van de Joden en andere misdaden die hij in Nederland tegen de menselijkheid gepleegd heeft, wordt hij ter dood veroordeeld. Op 16 oktober wordt hij op 54-jarige leeftijd opgehangen. Zijn laatste woorden zijn: “Ich glaube an Deutschland” (Ik geloof in Duitsland).